Theorie - praktijk
Ik begrijp de theorie. In casu hebben ex-echtelieden echter overeenstemming over de waarde van de aandelen: zijnde de zichtbaar intrinsieke. Er is daarmee geen corresponderende rentevoet vastgesteld.
In de lagere rechtspraak zie ik als rente: 4% zijnde box 3; 4% zijnde factor waardering vruchtgebruik ex UB IB; 3,85% zijn gemiddelde wettelijke rente. Vandaar mijn nieuwsgierigheid naar de verwijzingsuitspraak.