Z7_99H0H382L8SK30AHD5QAMV1G61
MFAS Actueel

Arresten Hoge Raad 6 juni 2024

laatst gewijzigd: 11-06-2024 10:09

Voorzitter van de Hoge Raad M. Feteris trapte de livestream af met een college over het Kerstarrest en de maatregelen van de Belastingdienst en de wetgever naar aanleiding daarvan. Hij gaf aan dat de Herstelwet, die gold voor de jaren 2017-2022, voorzag in een betere benadering van het werkelijke rendement. Deze wet schreef een afzonderlijk forfaitair rendement voor sparen, overige bezittingen en schulden. Ook de Overbruggingswet, die geldt voor 2023 tot het jaar van invoering van heffing over werkelijk rendement, is op deze systematiek gebaseerd. Voor spaarders acht de Hoge Raad sprake van een voldoende benadering van het werkelijke rendement. Voor overige beleggingen niet. Het uitgaan van één rendement voor alle beleggers miskent de (grote) verschillende die in de praktijk bij risicovol beleggen nu eenmaal optreden. Er is nog steeds sprake van schending van het verdragsrechtelijke discriminatieverbod en het eigendomsgrondrecht. De Hoge Raad oordeelt dat de wetgever zijn ruime beoordelingsmarge heeft overschreden en dat zowel voor sparen als beleggen moet worden uitgegaan van werkelijk rendement. Voor zover dat rendement lager is dan het forfaitaire moet rechtsherstel plaatsvinden. Met betrekking tot het werkelijk rendement neemt de Hoge Raad handreikingen van A-G Pauwels over:

- alleen rechtsherstel als het werkelijke rendement over het totale box 3-vermogen lager is;

- voor de bepaling van het werkelijke rendement dient geen rekening te worden gehouden met heffingvrij vermogen;

- geen rekening met positieve of negatieve rendementen uit andere jaren;

- (ongerealiseerde) waardeveranderingen tellen mee;

- geen aftrek voor inflatie;

- geen rekening met kosten;

- wel aftrek rente van in box 3 vallende schulden.

Helaas wordt niet aangegeven of het eigen gebruik van vakantiewoningen als rendement in aanmerking dient te worden genomen. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat niet het geval is. Naar verluidt wijst de Hoge Raad hier binnenkort arrest over.

Voor aandelenbeleggers kunnen wij ons nog iets voorstellen bij het niet in aanmerking mogen nemen van kosten, maar dat ook vastgoedbeleggers geen kosten kunnen aftrekken vinden wij hardvochtig. Als sprake is van verbetering, moet het daarmee gemoeide bedrag als storting worden behandeld. Deze verlaagt de vermogenswinst. Het in aanmerking nemen van ongerealiseerde waardestijgingen zal doorgaans bij beursgenoteerde aandelen geen praktische problemen opleveren. Bij vastgoed zal dat anders zijn. Is voor woningen hierbij de WOZ-waarde beslissend? De Belastingdienst zal met een handreiking moeten komen.

Lagere rechters hadden belastingplichtigen contra-legem een rentevergoeding toegekend voor de teruggaaf. De Hoge Raad kent deze echter als algemene regel niet toe. Voor vergoeding van de wettelijke rente bestaat slechts aanleiding in gevallen waarin het bedrag van de wettelijke rente meer is dan het bedrag van de belastingvermindering in box 3.

Het was dus niet voor niets dat ter behoud van rechten massaal bezwaar is gemaakt. Hetzelfde geldt voor het door de Belastingdienst pauzeren van het opleggen van definitieve aanslagen IB bij belastingplichtigen met box 3-vermogen.

Complementary Content
${loading}